Brené Brown: ‘kwetsbaarheid begint met moed’
De eerste weken na het ongeluk zijn vol van een onvoorspelbare mix van operaties, pijn en verbijstering.
De kinderen helpen waar ze kunnen.
Ze vragen: ‘Mam, wie zullen we informeren hierover?’
Ik wuif die vraag weg: later, als deze rollercoaster achter de rug is, zal ik zelf ‘mijn’ mensen bellen.
Na drie maanden ziekenhuis en revalidatiecentrum ben ik terug in mijn eigen huis.
Weliswaar voorzien van hulpmiddelen en ondersteund door naasten, zorgverleners en thuishulp, maar toch: het is heerlijk om weer thuis te zijn.
Stapje voor stapje herover ik mijn zo gekoesterde zelfstandigheid en pak, waar mogelijk, mijn oude leven weer op.
Op een ochtend, als de thuiszorg is vertrokken, installeer ik me met thee in mijn rolstoel en bel Anna, een ver familielid.
‘Dat is lang geleden’ zegt ze, ‘wat fijn om je te horen.’
Ze vertelt honderduit over wat er allemaal gaande is in haar gezin.
Na een paar minuten vraagt ze hoe het mij gaat.
Ik vertel over het ongeluk, over mijn ziekenhuiservaringen en revalidatieperikelen.
Hoe fijn het is om weer thuis te zijn.
Ze schrikt: ‘Wat? Een ongeluk? Dat wist ik niet. Waarom heb je niet gebeld?’
Omdat ik al mijn energie nodig had voor mijn herstel, leg ik uit.
‘Ja maar je had toch wel even kunnen bellen?’
Ik vertel dat mijn wereld drie maanden noodgedwongen erg klein was en dat ik nu pas en slechts mondjesmaat, ruimte en energie heb om oude contacten weer aan te halen.
Ik hoor zelf hoe verdedigend ik klink.
‘O’ zegt ze koeltjes, ‘en gaat het nu pas beter?’
Dat klopt inderdaad.
Ze dringt aan: ‘Toch vind ik het …’
Haar stem zakt weg, haar onbegrip vult de stilte.
Dan zegt ze kordaat: ‘Ik ga Mark hierover bellen hoor, als jij het niet wou, had hij me toch kunnen bellen?’
Ik vraag haar dat niet te doen, het was mijn besluit om het zo te doen: zelf en op mijn tijd. Mijn kinderen hier op aanspreken is onnodig en onterecht.
‘Tja. Toch had ik het eerder willen weten.’
Over koetjes en kalfjes praten lukt niet goed meer.
We beëindigen het gesprek.
Trillend leg ik de telefoon op tafel.
Een intense vermoeidheid overvalt me.
Ik heb haar te vroeg gebeld.
Tjongejonge, die zou ik nooit meer bellen.
Ja zo komt het wel over hè, dat ongemak tussen mensen soms, je hoopt gewoon dat het een momentopname is.
hoe dan ook, in dat soort omstandigheden kom je er pas achter wie “je mensen” zijn.
Klopt, dat is meteen duidelijk. En zo vallen er mensen af maar komen er soms ook mooie nieuwe mensen bij.
Herkenbaar voor mij😉
Ja, helaas ben je niet de enige die dit herkent 😉