Ik sta bij de bushalte, op weg naar een lunchafspraak met oud-collega’s.
De bus is laat.
Als hij aan komt rijden en abrupt stopt, herken ik de chauffeur en zucht.
Het is een wat oudere, nors kijkende man die zijn passagiers niet groet, snel en ongeduldig rijdt en bij haltes te laat en te hard remt en te snel weer optrekt.
Dat wordt schrap zetten.
Ik stap in, zoek een plek en wil net mijn oren vullen met muziek als ik een hevig gescheld hoor.
Opkijkend zie ik een knul, kaal geschoren, broek hangend onderop zijn billen, versleten rugzak, die luid vloekend zijn ov-kaart langs de automaat haalt.
Hij scheldt dat de chauffeur een ouwe zak is die niet kan rijden en veel te laat is, het is zijn schuld dat hij te laat komt, dat moet hem weer gebeuren.
Zwijgend slaan de passagiers het tafereel gade.
De chauffeur draait zich helemaal om naar de jongen, kijkt hem aan en zegt ook niks.
Als de knul klaar is met zijn tirade, zegt hij vaderlijk: ‘Zo, dat is er uit, waar moet je heen?’
’Naar school, ik heb een herkansing voor een toets en nou kom ik te laat, en als je te laat komt mag je er niet meer in’, zegt de jongen, er klinkt ineens wanhoop door in zijn stem.
Vriendelijk zegt de chauffeur: ‘Sorry jongen, ik ben inderdaad te laat, ik had een opstopping onderweg. Maar daar kan jij niks aan doen, zal ik je school bellen en vragen of ze je er nog in willen laten?’De jongen kijkt hem met grote ogen aan, zijn mond zakt open, weg is de branieschopper van daarnet.
Gedwee klinkt het ‘Wilt u dat doen?’
De chauffeur kijkt de bus rond en vraagt ‘Kost een minuutje, mee eens’?
Iemand lacht, iemand zegt ‘ja natuurlijk’, iemand begint te klappen.
Onder luid applaus geeft de jongen het nummer van zijn school aan de chauffeur.
Die belt en terwijl we allemaal meeluisteren, legt hij de situatie uit, hij is even stil, dan glijdt er een glimlach over zijn gezicht en hij steekt zijn duim op naar de jongen.
Vriendelijkheid verandert alles.
9-9-2015