Hij zet zijn fiets op slot, pakt zijn attachekoffertje onder de snelbinders uit, loopt naar de achterdeur.
‘I can’t survive i can’t stay alive, without your love oh baby’ zingen de Communards in zijn oren, zijn schouders bewegen mee in de maat.
De sleutel hapert.
Hij zakt door zijn knieën, tuurt naar het slot, draait en duwt de sleutel. Hij past niet.
Hij kijkt rond, ziet de grote rode koffer, zijn overvolle sporttas, een uitpuilende supermarkttas met schoenen.
En drie dozen vol verscheurde boeken.
Hij verslikt zich, hurkt, omarmt de dozen.
Zijn boeken!
‘Don’t leave me this way’ klinkt in zijn oren.