Desondanks

hyperthermie immuuntherapie oncolytica
kurkuma graviolathee aloë vera

 

strijdlust chakrahealing bloedgroependieet
handoplegging guanabana-extract vitamine C

 

colloïdaal zilver maretak abrikozenpitten
rennen lachen vriesbaden nooit meer zitten

 

pijn gestild bijwerkingen vermeden
met ‘u bent schoon’ is de dood bestreden

 

alleen rouwkaarten en -advertenties baren nu nog zorgen
want ondanks alle remedies wordt er steeds meer gestorven

 

17-10-2018

Ooit

foto Nel Goudriaan

 

 
Als een vogelverschrikker verzonken
in het veen staat hij stijf te luisteren
hoe de murmelende golven en de
zachte bries haar levend fluisteren

 

bewegingloos wacht hij tot
in het water haar hand hem wenkt
haar blik hem zoekt
haar stem hem roept

 

zijn lichaam komt tot leven
zijn waden is als zweven
geluidloos glijden ze de diepte in
boven hen wervelt een waterkring

 

 
 
 
18-10-2018

Geuren van geluk

Oom oogst sperziebonen, snijbonen, penen, kroten in de moestuin.
Met emmers vol komt hij de keuken in.
‘Alsjeblieft, ons wintervoer,’ zegt hij.
Ik help tante met schillen, doppen, afhalen.
Ze kookt de groenten in grote pannen.
De deksels klepperen, de geur van kokende groente vult de warme keuken.
In de grootste pan kookt ze weckpotten en deksels.
Daarna vult ze ze met de gekookte groenten, een zorgvuldig werkje want ze moeten zo steriel mogelijk blijven.
Ze sluit ze en zet ze op de planken in de kelder bij de rijen weckpotten die wachten op de winter.
Ze ruikt naar zweet en odeklonje.
Ze vertelt verhalen over mensen die ik niet ken.
Ineens stopt ze, zegt: ‘Dat zijn grotemensenzaken, daar ben je nog veel te klein voor.’
‘Maar ik ben al heel groot’, zeg ik.
Ik weet niet waarom ze lacht maar het klinkt zo lief dat ik vanzelf meelach.
‘Ga maar bramen plukken’, zegt ze, ‘maar niet te veel eten hoor, dan krijg je buikpijn.’
In de tuin pluk ik handen vol bramen, nooit raken ze op.
Mijn armen en handen, geschramd door de braamtakken, zien rood van het bramensap, ze ruiken zwartzoet.

 

Tante overleed, oom verhuisde naar een seniorenwoning met uitzicht op zijn vorige huis.
Hij maakt vruchtenbowl voor me, net als vroeger tante deed, ‘die bramen zijn van Albert Heijn.’
Genietend lepel ik de herinnering, kijkend naar het oude huis.
De nieuwe bewoners hebben het onherkenbaar verbouwd en de grote moestuin betegeld.
Het geeft niet.
De geur van kokende groente in een warme keuken, van bramenzoet, van tantes odeklonjelach, ze hebben zich onuitwisbaar in me geëtst.
 
geschreven in het kader van een schrijfopdracht: schrijf een verhaal waarin geuren een grote rol spelen
10-10-2018

Reünie

Geanimeerd haalt ze herinneringen op met vele oud-collega’s.
Hem spreekt ze kort.
De volgende ochtend stromen foto’s binnen.
Ook hij mailt een prachtige foto: ‘Geweldig je te zien, je zag er fantastisch uit!’
Verrast bedankt ze hem.

 

’s Middags mailt hij: ‘Bijzondere foto’s van een beeldschone vrouw. Kijk maar.’
Ze staart.
Zes foto’s.
Van haar, van dichtbij, enthousiast pratend en lachend.
Ze rilt.
Ze heeft hem nauwelijks opgemerkt gisteren.

 

’s Avonds tien foto’s, ingezoomd op haar mond en borsten.
Stop hiermee, mailt ze.
Hij reageert meteen: ‘Dit was een amuse, de mooiste hou ik hier, kom ze maar kijken.’

 

 

9-10-2018

 

Gekozen op 12-10-2018 als een van de vijf leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 41 in de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte verhalen. Omdat het daar de meeste likes kreeg is het ook publiekswinnaar.

Alleen

Lang is hij al weduwnaar.
Doet boodschappen, kookt, werkt in zijn tuin, houdt kippen, vermijdt bezoek.
Toch zit ik op een middag bij hem.
Met secure bewegingen schenkt hij thee in een stoffig kopje.
Presenteert een roze koek.
‘Hoe gaat het met u?’
‘Goed’
In een behaaglijke stilte drinken we thee, eten koek.
Hij vraagt: ‘Hoe red jij het alleen?’
Ik knik, ‘prima’, vraag: ‘En u? Zou u weer een vrouw willen?’
Hij neemt de tijd om hierover na te denken.
Ik volg de film op zijn gezicht.
Hij aarzelt: ‘Misschien. Als ze lekker kookt.’
Stilte.
Hij peinst.
Dan, fronsend: ‘Maar ik wil geen polonaise, ze moet ’s avonds gewoon terug naar d’r eigen huis.’

 

6-10-2018

Script

Ze kijkt naar hem terwijl hij de uitslagen zoekt in het dossier.
Jong is hij, gespierd, gebruind, mooie ogen.
Net zo oogverblindend knap als George Clooney in ER of nee, dr. Rossi in Gooische Vrouwen.
Als hij haar aankijkt, komt ze terug op aarde en luistert.
Hij stottert, kwaadaardige cellen, geïnfiltreerd, helaas.
Hij bloost, hakkelt dat het hem spijt, kijkt weg als ze hem aanstaart.
Een waardeloze scène is dit met een abominabel script.
Het eind is onvergeeflijk.
Dit is een slechte film.

 

21-3-2018

geplaatst in de bundel ‘Kort en Prachtig’ uitgeverij Ambilicious november 2018

Horen, zien en …

In de jaren 90 werk ik, eerst als coördinator, later als directeur, bij een telefonische hulpdienst.
Ik train en begeleid de vrijwilligers en heb met velen een goede band.
Elke vrijwilliger doet elke week twee telefoondiensten van vier uur.
Voordat het rooster wordt opgesteld, geven ze door op welke tijdstippen ze wel of niet dienst kunnen doen.

 

Die middag vraagt vrijwilliger Jaap of hij me even kan spreken.
Hij heeft namelijk een plan en vraagt mijn medewerking.
Als hij tegenover me zit, vraagt hij me of ik hem, naast zijn twee reguliere telefoondiensten, ook elke dinsdagmiddag op het rooster wil zetten?
En als zijn vrouw dan op dinsdagmiddag belt naar de telefonische hulpdienst om hem te spreken, wil ik haar dan zeggen dat hij druk aan het werk is op de luisterpost?

 

Ik begrijp het niet meteen en vraag door: wil hij dat zijn vrouw denkt dat hij hier is terwijl hij hier niet is?
Hij knikt, dat heb ik goed begrepen, dat is geen moeite toch?
‘Maar waarom, Jaap?’
Hij zucht over zoveel onbegrip.
Dan vertelt hij dat hij zo verliefd is, ze is zo mooi en lief en intelligent en ze hebben de beste seks die hij ooit gehad heeft. Maar zijn vrouw wil dat niet begrijpen. Dat is jammer maar hoeft geen probleem te zijn als ik meewerk aan zijn plan want dan kunnen zijn vriendin en hij elke dinsdagmiddag ongestoord samen zijn.
Hij straalt.

 

Tot ik vraag: ‘Dus je wilt dat ik lieg voor je?’
‘Nee nee’ zegt hij haastig. Dat zie ik verkeerd, het kan nou eenmaal niet anders omdat zijn vrouw zo moeilijk doet. Als ik dit nou voor hem doe, is iedereen tevreden. Hij heeft een fijne middag en zijn vrouw maakt zich geen zorgen, want wat niet weet wat niet deert toch?

 

Ik weiger.
Zijn vrouw belt inderdaad een paar weken later op een dinsdagmiddag en vraagt naar Jaap.
Die is er niet.
Wat ik haar zeg.
Ze vraagt waar hij dan wel is.
Naar eer en geweten kan ik zeggen dat ik dat niet weet.

 

Korte tijd later stopt Jaap bij de telefonische hulpdienst.

 

 
 
5-6-2017
 

Vergeten

inlogcodes die ik gisteren wist
waar mijn smartphonelader is
zoetjes sleutels borstel bril
wat ik met oude cassettebandjes wil

 

waarom ik haar nooit meer belde
dat ik die gedichtenbundel bestelde
waar ik dat pasje heb neergelegd
wat ik dacht maar nooit heb gezegd

 

mijn blauwgebloemde lange strokenrok
de droom waaruit ik vanmorgen wakker schrok
waarom ik dat geleende boek niet heb teruggegeven
en wat was ook alweer de zin van leven?

 

hoe vaak je hortensia’s moet snoeien
dat hij zelden zei wat hij bedoelde
maar nooit
nooit
vergeet ik
hoe zijn handen voelden

 

28-9-2018

WC-reno

Kleinzoon zit op de wc, ik op mijn hurken ernaast.
We zingen Berend Botje, dat poept gezelliger.
Ik zing, hij zoemt, samen gebaren we:
‘De weg was recht’, handen naar voren.
‘De weg was krom’, golfjes maken.
‘Hij is niet hier’, wijzen naar links.
Bij ‘Hij is niet daar’ wijzen we naar rechts en zie ik de bult in de tegelmuur.
‘Muur stuk’ zegt Louk, die laconiek heeft uitgevonden.

 

Als een arts die longen beluistert, beklopt de aannemer de tegelmuren.
Zorgelijk stelt hij de diagnose: alle tegels zitten los.
‘Mevrouw, er zit niks anders op, u moet een wc-reno.’

 

6-9-2018

Augustus

Donkergroene palmen sieren fier de rotsen,
wit licht de baai op onder de zinderende zon.
drijvend op lome golven deinen dagen traag voorbij.
Leven, lijf en liefdeszwaarte verdwijnen.

 

Als een plotse zomerstorm de uitgedroogde grond teistert
vervagen stoffige maanden van langs elkaar leven,
van vergeten vragen, vermoeide stiltes, uitgeputte lijven.
Als zalig zoet zomerfruit rijpen we, barsten open,
doen ons gulzig aan elkaar tegoed.

 

AIs de stilte is weergekeerd, vredig als vanouds,
rijden we langs lavendelvelden terug de thuisherfst in waar,
vol van kleur en zaden, onze zonnebloemen nog weken
langs de warme schuurmuur reiken naar de zon.

 

 

17-7-2018, eerste versie juni 2016