Het is warm op zolder.
Stof dwarrelt omhoog als ze de doos opent waar 2001 op staat.
Niezend bekijkt ze de inhoud.
Een stapeltje rouwkaarten, een paar rouwenveloppen, een vergeeld programma van de afscheidsbijeenkomst, een lijst met adressen.
Haar ogen glijden over de vele namen, een paar daarvan zijn overleden, een enkele is uit haar leven verdwenen.
Ze pakt de strak opgerolde rouwlinten en rolt ze open.
Bij elk lint dat ze opent, dwarrelen letters naar de grond.
Ze leest: ‘In lifd altijd’, ‘In dankbar hrinnring’, ‘Lifs, j modr.’
Twintig jaar is te lang voor e’s.
Mooi. De vergankelijkheid!
Liefs Aaltje
Ja, alles is vergankelijk, zelfs e’s, 😉😊
Jij laat telkens zien, dat herinneringen wél blijven leven! Rouwlinten e.d. kunnen daar niet tegenop, dat blijkt..
Ha ja, in feite is dat wat leven opbrengt: een berg herinneringen 🙂
En die berg stort uiteindelijk ook weer in 🙂
Vergankelijkheid.
Precies, ook letters blijken een eindtijd te hebben 😉😊