‘Kind, dichters zijn raar en straatarm, leer jij maar een echt vak.’
Dat deed ze, een leven lang.
Toen ze was uitgewerkt, viel haar oog op een dag op de bermen langs haar wandelroute.
Ze knielde, plukte armen vol droomrozen, vergeetmenooitjes, corabloemen en lachjuffertjes en zette ze in een vaas naast haar beeldscherm.
Sindsdien dicht ze: ze allitereert naar hartenlust, verzint zingende zinnen, jongleert met blank vers.
Haar ‘maatloze verlatenheden’ zijn weggewaaid in ‘oude wind’, ‘het trotse hoge woord van liefde’ loste op, ‘hulpeloos verdriet’ vervaagde.
Wel zegt ze nog steeds vaak: ‘laten we zacht zijn voor elkander, kind.’
13-5-2018
De citaten uit de twee laatste zinnen komen uit het gedicht ‘Zwerversliefde’ van Adriaan Roland Holst
Gekozen op 18-5-2018 als een van de vijf leukste, beste of meest opvallende ultrakorte verhalen en gedichten van week 18 op de Facebookgroep Schrijven Magazine: Ultrakorte verhalen.