Het gebeurt op het laatste stuk van mijn heerlijke herfstwandeling.
In de verte zie ik een opstootje op de parkeerplaats bij het verpleeghuis.
Bij een auto staat een vrouw, klein, smal, haar rug diep gebogen.
Leunend op een looprek praat ze met de vrouw achter het stuur.
Als ik nader, hoor ik haar roepen: ‘Open! Doe nou open, ik wil mee.’
De vrouw achter het stuur schudt haar hoofd: ‘Nee mam, je kan niet mee, ga nou naar binnen, ik kom morgen weer.’
Moeder trekt aan het handvat van de deur, bonst op het autodak, schreeuwt: ‘IK WIL MEE!’
Uit het verpleeghuis komt een verzorgende aangelopen, sussend zegt ze: ‘Komt u maar mee, mevrouw.’
Ze krijgt een vinnig: ‘Denk maar niet dat ik met jou mee ga!’
De verzorgende praat, soebat maar de vrouw schudt driftig haar hoofd, haar ogen spuwen vuur.
Voorbijgangers kijken op, zo ook de postbode die zijn ronde loopt langs de huizen naast de parkeerplaats.
Hij kijkt even toe, zet dan zijn fiets tegen een boom en loopt naar de auto.
Hij glimlacht naar de vrouw achter het stuur, kijkt vragend naar de verzorgende die knikt.
De vrouw heft haar looprek, ramt de autodeur, gilt: ‘Ik wil mee!’
De postbode neemt het looprek van haar over, zet het neer.
Zwijgend wacht hij tot ze stopt met schreeuwen en hem aankijkt.
Verbazing glijdt over haar gezicht: ‘Wie ben jij?’
Hij pakt haar arm en zegt vriendelijk: ‘Ik ben Tom, ik heb zo’n dorst, heb jij een kopje thee voor me?’
Haar boosheid smelt weg.
Ze aarzelt.
‘Ga je mee, dan gaan we naar binnen.’
Langzaam draait ze zich van de auto af, hij geeft haar het looprek, pakt haar elleboog.
Samen lopen ze naar binnen.
De vrouw in de auto sluit het autoraam.
Tranen stromen langs haar wangen.
Dan legt ze haar hoofd op het stuur, ik zie haar schouders schokken.
Zo herkenbaar, Tom gaf de oplossing
Ja. Leve Tom!
O, Cora dit gaat door merg en been. Je hebt het zo goed geschreven dat ik er echt van moet bijkomen. Liefs Aaltje
Dankjewel Aaltje!
Geweldige Tom!
En jij Cora, die dit verhaal met evenveel empathie wist te brengen! Ontroerend!
Dankjewel Hannie!