‘Wat doet ze toch? Mij mikte ze in haar bureaula, ze verdraagt mijn maagdelijkheid niet.’
‘Mij smeet ze weg maar ik lekte inkt op de vloerbedekking.’
‘Echt? Was ze boos?’
‘Ze vloekte omdat ze mijn dop was vergeten.’
‘Wat doet ze moeilijk.’
‘Ze twijfelt of ze het kan, schrijven. Stom, ze vergeet steeds dat de beelden in haar hoofd vanzelf in woorden stromen als ze gaat zitten en ons pakt.’
‘Wacht, ze maakt aanstalten, ik zie het aan haar ogen. Aha, omtrekkende bewegingen: koffie, muziek, bureau leegmaken. Dat oogt veelbelovend.’
‘Hoera, ze pakt me.’
‘Ja! Mij ook! Aan het werk!’
28-12-2015