Aan mijn bureau voor het raam worstel ik met een gedicht.
Iets met vroeger, voorbij, verloren, verdriet.
Hoe verwoord ik dat zonder clichés, zonder herhalingen?
Als ik een synoniem zoek voor somber, kreunt het raam ineens.
Ik kijk op, recht in het gezicht van de grijnzende glazenwasser.
Met brede halen sponst hij de ramen, peutert de hoeken schoon, neemt en passant de kozijnen mee.
Zeemt dan secuur alles droog en mijn hoofd leeg.
Knipperend kijk ik naar buiten.
De zon schijnt uitbundig, de lucht is zomerblauw, de wereld is licht.
Schone ramen zijn een ramp voor dichters.
Leuke fantasie, die de werkelijkheid waarschijnlijk dicht benaderd?
?♀️’schrijvers liegen de waarheid’ ??
Met plezier gelezen en genoten, leuk Cora!
Dankjewel Ellie!