Vandaag kent ze me.
‘Wat had je voor je wiskundeproefwerk?’ vraagt ze.
Ik gun mezelf een nooit gehaalde voldoende: ‘Een acht mam, goed hè?’
Ze lacht, heeft me door. ‘Droom lekker, meisje.’
Terwijl ik de schone was in haar kast leg, zegt ze: ‘Je vader is dood hè?’
‘Ja mam, vijf jaar geleden.’
Haar gezicht betrekt maar gelukkig, vandaag glijdt ze er over heen.
‘Zijn je broers ook dood?’
‘Nee mam, die zijn niet dood.’
Pas als ik me omdraai zie ik haar grijns en de ondeugende knipoog: ‘Het is toch niet raar dat ik dat denk?’
26-7-2018
Verhalen in de categorie Verpleeghuisperikelen zijn, met hun toestemming, gebaseerd op ervaringen van anderen