Zonder kloppen komt ze binnen. Ze draagt een stofjas van een schoonmaakbedrijf waarop een naamkaartje ‘Astrid.’
Ma schrikt op van haar legpuzzel, haar ogen vragend naar mij: wie is dit?
Ik zucht, weer een nieuw gezicht.
Astrid kijkt rond, zegt: ‘Ik moet in je badkamer.’
‘Waarom?’
‘Zien of ik moet schoonmaken.’
Ze gaat de badkamer in, sluit de deur.
Na een minutenlange stilte fluistert mijn moeder: ‘Wat doet ze daar?’
Ik klop op de badkamerdeur.
Stilte.
Ik open de deur.
Als een pilaar staat Astrid bij de wasbak.
Kijkt naar de stofnesten in de hoeken, de poepvegen in de wc-pot, de urinevlekken op de wcbril, de aangekoekte tandpastaklodders in de wasbak.
Knikt.
Zegt: ‘Schoon.’
Loopt weg.
6-8-2018
Verhalen in de categorie Verpleeghuisperikelen zijn, met hun toestemming, gebaseerd op ervaringen van anderen
Dat klinkt meer als een medebewoonster die de stofjas van schoonmaakster astrid heeft “geleend”. Maar of dat nou een beter scenario is dan wanneer Astrid wel de echte schoonmaakster is..?
Ja, dat had ook gekund. Maar in dit geval was het echt iemand van een schoonmaakbedrijf